Atlantis & de Ark van Noah - Patrick Bernauw

 

stiftgedicht Patrick Bernauw


Voor wat voorafgaat, zie: 

Als de zieneres spreekt

Van draken en engelen (Mi & Pé)  


Uit Een magisch-realist in Mysterieus België, het Boek der Synchroniciteiten (Patrick Bernauw) dat in juni 2025 verschijnt bij uitgeverij Les Iles:

Op 15 juni (2024) post ik een blackout van een krantenartikel op de padlet. Eerst stond er ‘Het mysterieuze verrast en verlicht ons’ – maar nadat ik een foto heb genomen en wat met helderheid, belichting, scherpte en zo meer ben gaan spelen, blijkt nog een ander woord leesbaar te zijn. Ik heb het knipsel met de blackout voor de foto bovenop een wit kladpapier gelegd, voor het contrast, en dat papier blijkt nu aan de achterkant bedrukt met een artikel over Atlantis, zodat daar in blokletters ATLANTIS te zien is, maar dan in spiegelschrift. Serendipiteit – of synchroniciteit? – die wel meer optreedt als je aan blackout poetry doet. Ik maak dus prompt een nieuwe versie waarin ik zowel ‘het mysterieuze’ als de t van ‘verrast’ nog schrap, zodat er een soort bede achterblijft: ‘Atlantis, verras en verlicht ons.’

Het is de aanzet van een hele reeks posts van zowel Mi als mezelf, waarin Atlantis een rol speelt. Op 15 juli post Mi een tekening uit een reeks zogenaamde ‘MiSchach’ kaarten, die gemaakt zijn volgens het principe van de Rorschach kaarten. Twee zeepaardjes, enfin, zo zie ik het toch – de ene een bijna-spiegelbeeld van het andere – lijken als het ware op het punt te staan zich naar elkaar om te draaien, terwijl ze opstijgen uit de diepte. De titel is: Opgevist uit Atlantis.



‘Gisteravond waren Anton Cogen en zijn vrouw Hilde hier voor een etentje,’ schrijf ik in mijn commentaar. ‘Het was een heel prettige avond, maar goed, daar gaat het nu niet over. Op zeker moment vertellen ze een hilarisch verhaal, tegelijk intriest, over een goede bekende die opgenomen is in een ontwenningsafdeling vanwege zijn alcoholverslaving en erg te lijden heeft onder delirium tremens. Wat ziet hij overal verschijnen, opstijgend “vanuit de diepte” – onder zijn bed, onder een stoel vandaan of van een verdieping lager? Zeepaardjes!’

Op 7 juli zet ik een kopie van een interview in De Morgen met schrijfster Amélie Nothomb op de padlet. Het gaat over haar nieuwe boek, Psychopompos, wat ‘geleider van zielen’ betekent – de Psychopompos is dan ook het mythische wezen dat pas overleden mensen begeleidt naar het hiernamaals. Tegelijk gaat het boek over haar passie voor vogels, de gevleugelde wezens die niet alleen een bron van schoonheid zijn, maar ook studieobjecten, huisdieren en spiegels van haar identiteit. Het boek past helemaal in ons kraam, ik wil mijn enthousiasme delen met Mi.

Zij zit net in een periode van blackouts uit het typoscript van Gustaaf Schellinck die te maken hebben met het Aards Paradijs, waarin Atlantis ook lijkt te resoneren (‘voor de zondvloed’), en met de Ark van Noah:


Stiftgedicht Mi


Leer om iets te weten te komen langs een omweg,

iets dat diep is doorgedrongen, iets uit het leven van voor de Schepping…

Twee Aalsterse vrienden hadden de Ark van Noë gekregen.

Wat is dat? Ze wezen naar de mensen die toen leefden.


Het zijn raadselachtige stiftgedichten, in ware orakeltaal. In ‘leer om iets te weten te komen (…) van voor de Schepping’ lees ik een kernachtige samenvatting van wat wij op de padlet proberen te doen, maar ook van het collectief onbewuste en de leer van de archetypen. De Ark is een archetype van heb ik jou daar, en kan probleemloos geassocieerd worden met overlevenden van Atlantis, van ‘voor de schepping van de moderne beschavingen’. Wat is de wezenlijke betekenis van de Ark, als symbool? Om een antwoord te vinden op deze vraag, moet je bij de mensen zijn die ‘toen’ leefden, in oeroude tijden: het is hun kennis, hun wijsheid, hun aanvoelen van de dingen, hun intuïties... die op een of andere manier in ons collectief onbewuste bewaard bleven als archetypen, en die nog steeds mede ons denken en voelen en handelen bepalen. We kunnen ons alleen maar van hun bestaan bewust worden als we ze via meditatie, via automatisch schrijven, via dromen, via het interpreteren van de symbolen, via blackout poetry naar de oppervlakte en in het licht brengen.

Ik heb Mi een copypaste van de webversie van het interview met Amélie Nothomb gestuurd, maar op mijn schrijftafel ligt de papieren versie, uitgeknipt en wel. Ik heb niet naar de achterkant gekeken, maar nu het licht erop valt, kan ik in spiegelschrift zien wat daar te lezen staat. Het is een artikel waarvan een tussentitel luidt: De Ark van Noah.




Voor onze verdere blackout avonturen, zie: 

Als de zieneres spreekt  

Reacties

Podcast Huiveringwekkende Vertellingen

Podcast Ware Griezels