Aan het coronavirus
Alom
aanwezig
6 december 2021
Geacht virus,
Omdat u binnenkort van plan bent om in ons
land uw tweede verjaardag te vieren, en bovendien een jonger broertje hebt
meegebracht deze week, schrijf ik u met hoogdringendheid deze brief.
Sinds u in februari 2020 voor het eerst opdook in onze contreien, voel ik me
als opgejaagd wild. In mijn hoofd en boven de wereld pakken zich vanaf de
eerste kennismaking donkere wolken samen. Sindsdien volg ik met argusogen alle
ontwikkelingen op de voet. Ik houd eraan u te informeren over hoe ik naar u
kijk en over hoe het intussen met mij gaat. Ik eindig met een verzoek.
Geniepig als u bent, toont u zich onder verschillende gedaanten.
Als u in een groep mensen te keer gaat, test de ene positief, de andere niet.
De ene voelt er weinig of niets van, de andere blijft na een hevige strijd met
vernielde longen en verstoorde zintuigen achter.
Sommige mensen schoppen het tot in het ziekenhuis, anderen helaas tot ver
daarbuiten. Ruim 27.000 families namen ondertussen afscheid van een geliefde in
koude, contactarme omstandigheden. Warm menselijk contact voelt stilaan, door
uw toedoen, als een zonde. Dat maakt me heel triest. En het schrikbeeld van een
eenzame dood heeft een niet aflatende angst in mijn hart geplant.
Zij die de impact niet kennen of niet voelen,
gaan rustig door met hun leven, alsof er niets aan de hand is. Ik zie u dan al
in uw uitsteekseltjes wrijven en gniffelen: ‘Doe maar lieverds, daar word ik
alleen maar sterker van!’
Boosaardig als u bent, drijft u vele mensen tot wanhoop.
Al vroeg was duidelijk dat de enige oplossing om uw overdraagbaarheid af te
remmen in onze eigen handen ligt: we moeten onze contacten beperken.
De laatste twee jaar wordt er niet meer gekust
of geknuffeld onder vrienden of familie. Als u zeer aanwezig bent, dan moeten
we zelfs 1,5 meter afstand houden. En een mondmasker dragen. Zet daarbij nog de
ramen open zodat, naast zuurstof, ook lawaai naar binnen komt, en het plaatje is
compleet. Duidelijk praten lukt niet meer. Men ziet geen gezichtsuitdrukking en
men kan niet liplezen. Men hoort met moeite wat er wordt gezegd.
U doet ons kiezen tussen generaties. Grootouders zorgen beter niet voor
kleinkinderen en al helemaal niet als die grootouders voor de overgrootouders
zorgen. Maar hoe krijgt u dat aan de betrokken familie uitgelegd? Hoe lang
moeten we nog in deze spagaat?
Het begint stilaan pijn te doen. Zeker voor
wie tegelijk ook nog professioneel wat wil betekenen.
Over het professionele leven gesproken: beseft u wel wat u veroorzaakt in
sectoren als zorg, onderwijs, kinderopvang, jeugdwerk en cultuur? Stuk voor
stuk sectoren waar mensen de motor zijn en waar mensen worden samengebracht. De
schade is ondertussen niet meer te overzien: naast alle financiële perikelen,
vrees ik dat de kwaliteit én de arbeidsvreugde een flinke knauw hebben gekregen,
al is het maar door de verandering van communicatiemogelijkheden en omdat
samenzijn wordt afgestraft. Wat zijn de gevolgen voor onze kinderen en voor de
manier waarop zij naar de wereld kijken? Ik twijfel of het ooit goed komt.
Machtig als u bent, slaagt u erin om grote groepen mensen tegen elkaar op te
zetten. ‘Contacten beperken’ staat immers niet in het woordenboek van velen die
‘Vrijheid’ als hoogste goed zien. U bent de aanzet voor menige complottheorie
en koren op de molen van extreme organisaties. Zelfs het OCAD zegt dat er dreiging is. Men
ruikt terreur.
Wat vermoedelijk ook uw ijdelheid streelt, is het feit dat u en de maatregelen om
u al dan niet efficiënt te bestrijden, politieke hangijzers zijn geworden. Doordat
u zo verraderlijk bent én uit eigen- of partijbelang, nemen politici niet de
juiste beslissingen. Een beschamend schouwspel voltrekt zich dus tijdens de
debatten en in de media. Straks doet u nog de regeringen vallen! Het gevoel van
wantrouwen en onzekerheid neemt zienderogen toe.
Op basis van verworven kennis via betrouwbare
media, heb ik voor mezelf een strategie bedacht.
Ik leg een ijzeren discipline aan de dag: ik
ontsmet meerdere keren per dag mijn handen, van zodra ik buiten kom draag ik
een mondmasker, ik nies in de elleboog, ik houd afstand, ik kus enkel mijn lief,
mijn kleinzoon komt niet meer spelen, de opbouw van een band met mijn
pasgeboren kleindochter moet wachten, mijn kinderen zie ik via Whatsapp, mijn
ouders ontmoet ik enkel gemaskerd en op afstand, mijn schoonouders zie ik niet
meer, ik probeer zo veel mogelijk te telewerken en ontwijk live contacten met
collega’s, ik vermijd openbaar vervoer, winkel niet, geniet niet ….
Mijn tweede wapen is het dubbele vaccin. Na de tweede prik in juli 2021 was ik
zo opgelucht omdat ik meende dat we u aan het verschalken waren.
Maar, gluiperd die u bent, ondanks mijn zorgvuldig opgebouwde en volgehouden
verdediging bent u erin geslaagd mijn lichaam en mijn huis binnen te dringen!
Na een tsunami van razende hoofdpijn, koorts, overgeefbuien, snot- en
hoestvlagen blijf ik achter als een leeg en vermoeid wezen. Ik probeer mezelf
te overtuigen dat het dubbele vaccin niet voor niets is geweest. Het kon
wellicht erger…
Vandaag is mijn lief aan de beurt. Hij had zich verstopt achter zijn iMac,
volledig opgeslorpt door het organiseren van afstandsonderwijs, maar u hebt hem
toch gevonden. Opnieuw dezelfde tsunami hier in huis?
Mijn diepste wens is dat u contactloos ten onder gaat.
Na alles wat u hebt aangericht, verzoek ik u met spoed het land, de wereld, te
verlaten.
En neem uw broer met u mee.
Hoogachtend,
Hilde Schockaert
Reacties