... en maakte daar dit verslag over:
Ik schreef ooit een ‘gedicht’ en het luidde als volgt:
Het toont voor mij aan hoe poëzie vaak amper of zelfs geen woorden nodig heeft. Iets wat Maud verschillende keren aanhaalde. Het kan een klank zijn, een beeld, een leegte...
Het is de witruimte, de witte ruimte, de open plek in de kleur van kleurloze
stilte die poëzie tot poëzie maakt. Maud herdefinieert bij elke bundel haar
‘poëzie’. Dat vind ik wel een mooie gedachte.
Ik ga eerlijk zijn. Toen Patrick ons vroeg om een online
lezing te bekijken en er een verslag over uit te brengen, dacht ik: “Verdorie, nog twee lange uren naar mijn
scherm zitten turen. Ik heb nog zoveel te doen en ik heb zo weinig tijd en
zelfs nog minder energie." Mijn meesterlijke plan om tijd te sparen was om
het eerste kwartier te bekijken, een beetje door te spoelen en over het eerste
het beste citaat kort mijn mening te geven. Dan zou ik aanvullen met een
algemeen tekstje in de aard van: “Ik vond het zeer interessant!” Mijn hoofd
stond er echt niet naar om er al te veel moeite in te steken. Alles was even
op.
Ik koos voor dichteres Maud Vanhauwaert, omdat ik het meest mijzelf kan zijn in
poëzie en daarin, in haar woorden, even thuis wou komen.
Dan begon ik te kijken en Maud begon te vertellen. Op een of
andere manier kon ze me enorm boeien. Ik bleef kijken, meeknikken omdat ik haar
in elk woord gelijk kon geven.
Ze had het over hoe je je in poëzie kan blootgeven, zonder
je prijs te moeten geven. Ook daar kan ik me in vinden. Vorige zomer schreef ik
een bundel, liet ik hem drukken, gaf ik hem niet uit. Ik wist niet hoe, maar
wou het ook niet. Mijn woorden waren van mij. Voor mij en de ‘jij’-persoon die
het nooit had mogen lezen, maar dat per ongeluk toch deed. Vanhauwaert had het
ook over een driehoek tussen drie instanties. De schrijver, de lezer en het
werk. Ze zei dat je als schrijver afstand moet kunnen nemen van je werk, omdat
je, als je het te dicht bij jou houdt, een rechte lijn creëert die scherp en ad
rem kan zijn. Durven loslaten is iets waar ik vaak moeite mee heb. Alsook
constructieve kritiek aanvaarden op de ‘vertaling’ (ja, poëzie is een vertaling) van mijn emoties op papier, hoewel ik
weet dat die nodig is en ik ze ten stelligste apprecieer. Je bent persoonlijk
betrokken, kwetsbaar, maar in zekere zin toch ook beschermd.
Ik heb eelt op mijn geduld.
De wereld kan
wachten.
Nu blijkt dat de wereld soms niet wil wachten; geen eelt op haar vervuilde aardkorst heeft… Dat merk ik aan de ‘deadline’ voor deze opdracht, die niet mee opschuift met de momenten waarop ik de tijd even stilzet voor mezelf.
Het brengt mij wel bij het volgende punt waar ik nog iets kleins over te zeggen
heb.
Een leerkracht van Maud zei haar ooit: “Schrijf
jij maar iets waar niemand op wacht.” Het is haar altijd bijgebleven en ik
denk dat het dat bij mij ook zal doen. Er is geen schrijfdruk als je jezelf die
druk niet oplegt. Ik leef het leven graag zoals het komt. Vandaar dat het idee
dat er eigenlijk niemand op me wacht me wel gerust stelt.
Tot zover dit beknopte verslag wat betreft mijn bevindingen
over de auteurslezing ‘De gratie van
de witruimte’.
Zie jij een cursus creatief schrijven aan de Academie voor Podiumkunsten in Aalst wel zitten? Wil jij ook deel uitmaken van zo'n schrijversklas vol literaire speelvogels? Vraag dan meer info aan docent van dienst Patrick Bernauw (patrick.bernauw@gmail.com). Inschrijven om een heel schooljaar lang op woensdagavond of zaterdagnamiddag proza, poëzie of scenario's te schrijven, kan vanaf 1 juni. Alle info op deze link.
Meer werk van Kyra én van de schrijversklassen in ons collectief eindwerk 2020-2021:
Reacties