Het Gezicht van de Duivel - een column van Marcel De Meester

 


    ‘Wij komen namens de club van 27.’

    ‘Neem plaats,’ spreekt de Heer op milde toon.

    Er is maar één stoel. Daar waar ze nu staan. Helemaal achteraan in de immense lege zaal.

Het is duidelijk dat Kurt Cobain weet wie zijn meerdere is. Hij laat Jimi Hendrix plaatsnemen.

Beiden doen nu hun uiterste best om het schrikbeeld te overwinnen. Ze zijn gewaarschuwd. Het is hen beneden verteld. 'Jullie zullen een afschuwelijke trip beleven.' Wat dat precies is, weten zij al. Het heeft hen tot hier gebracht.

    Aan de eindeloos lange muren en aan het plafond hangen, als een mozaiek aan elkaar gesmeed, oneindig veel bioscoopschermen, computerschermen, televisieschermen, met gsm’s en smartphones die er als ratten doorheen sluipen. Uit dit alles spatten flitsende beelden van begraafplaatsen, bruiloftsfeesten, dancings, festivals, Nostradamus, markten, slachthuizen, winkelstraten, bouwwerven, paleizen, genocide, pest, begeerte, verkeerschaos, inquisitie, communisme, walvisjacht, Hiroshima, geslachtsverkeer, een kus, Beatlemania, verkrachtingen, inbraken, moorden, oorlog, hongersnood, nog begeerte, storm, plastic, veel plastic, nog slachthuizen, Auschwitz, fabriekspijpen, Eddy Merckx, dinosaurussen, circus, rusthuizen, kannibalisme, klinieken, veel klinieken, Pompeï, afgerukte ledematen, maanlanding, huilende kinderen, nog meer begeerte, Assepoester, volle tafels, lege tafels, Lourdes, nog meer slachthuizen, een klein klein zoentje, piramiden, Het Laatste Avondmaal, mortuarium, nog mortuarium, nog meer mortuarium...

    Waanzin in psychedelische kleuren. Wat dat is, weten zij. Ze zijn aan die gekte dood gegaan.

    ‘Mooi, nietwaar?’

    Ze worden uit hun trance gerukt. De stem rolt nu als een tsunami door de zaal. De Heer zit ginds midden in de zaal op een hoog podium achter een bureau. 

    ‘Ik veronderstel dat jullie er ook graag muziek bij hebben? Dat was toch jullie specialiteit!’

    Er klinkt een bulderende lach en opeens ontploft er een oorverdovend lawaai uit al de beelden. Een orkestratie van gehuil en gejammer, onweer en ontploffingen, knagen en kraken, smakken en smeken, lusten en leugens… tot alles samensmelt in een oorverscheurende feedback.

    Tot het ineens weer stil is. Heel stil. Koud stil. IJs. De stilte is oorverdovend. Het is erger dan lawaai. Stilte is van lang geleden. Een sprookje.

    ‘Vertel me? Wat kan ik voor jullie doen?’ spreekt de Heer opnieuw grootmoedig.

    ‘Wij beiden vertegenwoordigen Robert Johnson,’ slaagt Jimi Hendrix erin zich te herstellen.

    ‘Robert Johnson? Laat me denken… wie was dat alweer?’

    ‘De Robert Johnson die ervoor gezorgd heeft, Heer, dat ik de Jimi Hendrix geworden ben. Kurt Cobain een legende geworden is. Net als Jim Morrison en Janis Joplin. Zonder hem geen Brian Jones en dus  geen Rolling Stones. Geen Amy Winehouse. Geen iTunes. Geen Spotify. Geen TikTok…’

    ‘Ach zo! En wat kan ik voor dé Robert Johnson doen?’

    ‘Hij ligt op zijn sterfbed en is ontroostbaar. De mensen gaan hem vergeten. Ze denken dat hij een mythe is. Een sprookje. Een vertelsel. Terwijl hij de uitvinder van de bluesmuziek is. En zonder blues was er geen rock ‘n roll geweest. Geen punk. Geen hip-hop. Geen Kuskesdans… Er is maar één medicijn om hem terug tot leven te wekken, Heer. Help ons?’

    ‘En wat is het medicijn om dé Robert Johnson terug tot leven te wekken?’

    ‘De duivel vinden! Volgens de legende heeft Robert Johnson op een kruispunt in Clarksdale, in de staat Mississippi, in het land van Amerika zijn ziel aan de duivel verkocht om gitaar te spelen alsof hij twintig vingers aan een hand heeft. De duivel liegt! Vernietig hem, Waarde Heer… zonder een ziel sterft de mens in de herinnering…’

    ‘Miljoenen en miljoenen mensen hebben in de geschiedenis hun ziel verkocht voor macht en geld en begeerte… en wie, gitaarspelerkes, blijft in de herinnering? Wie? Keer terug en denk daar eens goed over na. Wie overleeft door de eeuwen en eeuwen? En wie ligt in vergetelheid in een onbekend graf?’

    De Heer komt recht uit zijn stoel. Wordt groter en groter en groter..

    Als van heel ver stroomt het geluid terug uit de schermen. Luider en luider en luider…

    ‘We hebben nog één vraag, Heer?’ brult Kurt Cobain machteloos. ‘Waarom hebt u geen gezicht?’


Reacties

Podcast Het Academisch Kwartier

Luisterboeken Podcast

Podcast Mysterieus België