Ik ken Leo Fijen uit de serie “Kruispunt”
die hij maakte voor de Nederlandse omroep, KRO. Jarenlang zocht hij Nederlandstalige
kloosterlingen op. Hij reisde door Europa en bezocht abdijen tussen Denemarken
en Italië. Als unicum werd hij zelfs toegelaten in de Kartuizerabdij van “La
Grande Chartreuse” in de bergen bij Grenoble. Daar leven kluizenaars in totale
afzondering, in wat waarschijnlijk vandaag de dag de strengste orde is. Leo Fijen liet
monniken, “Godszoekers” noemt hij hen, aan het woord over hun bezieling om te
kiezen voor dit leven. De boodschap die hij brengt, is wonderlijk hedendaags.
Ze biedt een antwoord op vragen waar zowat elke mens tegenwoordig mee worstelt:
hoe kom ik nog tot mezelf en tot rust in deze wereld? Hoe blijf ik gemotiveerd
mijn werk doen terwijl ik ervaar dat er geen appreciatie is en de druk alsmaar
hoger wordt?
We lijken wel continu beschikbaar te moeten zijn. Er is zoveel te doen, en zo weinig tijd. En toch hadden we nooit eerder zoveel verlof en sociale rechten. Wat kan je doen om toch bezield en gelukkig te leven en werken?
We lijken wel continu beschikbaar te moeten zijn. Er is zoveel te doen, en zo weinig tijd. En toch hadden we nooit eerder zoveel verlof en sociale rechten. Wat kan je doen om toch bezield en gelukkig te leven en werken?
Leo Fijen schreef over zijn ontmoetingen boeken
die populair zijn in Nederland en Vlaanderen.
Toen ik ontdekte dat hij de lezing “Zoek de monnik in jezelf” zou geven in Gent, was ik er dan ook als de kippen bij. Ik kocht het boek maar kwam er niet direct toe het te lezen. Ook ik heb een druk leven…
Enkele maanden later besloten we om enkele dagen door te brengen in de abdij van de trappisten van Westvleteren. In deze abdij wordt de stilte bewaard: je praat er niet tot de andere gasten of monniken. Wil je toch een babbeltje, dan zoek je de gastenzaal op waar dat wel kan.
Ik nam het boekje mee, en kon meteen ervaren wat geschreven staat. In de abdij wordt alles eenvoudig en duidelijk gehouden: de tijdsindeling ligt vast en staat opgeschreven in je gastenboekje samen met de gedragsregels en uitleg over de plek.
Toen ik ontdekte dat hij de lezing “Zoek de monnik in jezelf” zou geven in Gent, was ik er dan ook als de kippen bij. Ik kocht het boek maar kwam er niet direct toe het te lezen. Ook ik heb een druk leven…
Enkele maanden later besloten we om enkele dagen door te brengen in de abdij van de trappisten van Westvleteren. In deze abdij wordt de stilte bewaard: je praat er niet tot de andere gasten of monniken. Wil je toch een babbeltje, dan zoek je de gastenzaal op waar dat wel kan.
Ik nam het boekje mee, en kon meteen ervaren wat geschreven staat. In de abdij wordt alles eenvoudig en duidelijk gehouden: de tijdsindeling ligt vast en staat opgeschreven in je gastenboekje samen met de gedragsregels en uitleg over de plek.
Die duidelijkheid en eenvoud vallen meteen
ook op in het boekje van Leo Fijen. Hij schrijft in een journalistieke stijl
die makkelijk toegankelijk is. Ook de structuur van het boek ademt ruimte: elk
hoofdstuk toont en benoemt een beeld dat symbool staat voor wat later besproken
wordt in korte verhalen. Hij deelt er persoonlijke ervaringen en getuigenissen
van monniken. Dat maakt de inhoud levensecht en herkenbaar, en zo toepasbaar
voor de lezer. De verhalen blijven beknopt en hij laat ruimte voor beelden tussen
de hoofdstukken in. Op deze manier creëert hij ook rust en stilte in het boek
zelf. Er staat geen woord teveel. Inhoud en stijl zijn op elkaar afgestemd. Hij
reikt eenvoudige handvatten aan de lezer om stilte en toegang te vinden tot de eigen bron.
Toen ik het boek eenmaal aan het lezen was, kon ik moeilijk stoppen.
Omdat ik in een abdij verbleef en er deelnam aan de gebedsmomenten – tot zeven maal per dag – moest ik wel onderbreken en wachten. Zo nam ik tijd voor stilte tussen de hoofdstukken in. Het boek lezen maakte dat de abdij ervaring dieper doordrong en betekenis kreeg. Ik begon te begrijpen waarover het gaat in dat monnikenleven en wat ik mis en oversla in mijn dagelijkse leven. Het is alsof het benoemen van waar we niet meer stil voor staan, de innerlijke rust zijn plaats terug geeft. Fladderende gedachten landen in het aanwezig zijn in de abdij, in de stille ruimte. Dit geeft de auteur ook aan: wat je buiten ervaart, helpt om innerlijk hetzelfde te creëren.
Toen ik het boek eenmaal aan het lezen was, kon ik moeilijk stoppen.
Omdat ik in een abdij verbleef en er deelnam aan de gebedsmomenten – tot zeven maal per dag – moest ik wel onderbreken en wachten. Zo nam ik tijd voor stilte tussen de hoofdstukken in. Het boek lezen maakte dat de abdij ervaring dieper doordrong en betekenis kreeg. Ik begon te begrijpen waarover het gaat in dat monnikenleven en wat ik mis en oversla in mijn dagelijkse leven. Het is alsof het benoemen van waar we niet meer stil voor staan, de innerlijke rust zijn plaats terug geeft. Fladderende gedachten landen in het aanwezig zijn in de abdij, in de stille ruimte. Dit geeft de auteur ook aan: wat je buiten ervaart, helpt om innerlijk hetzelfde te creëren.
In zijn boek toont de auteur wat het
verschil maakt. Hoe kom je terug bij jezelf – dat is “bij de monnik in jezelf”,
zoals te titel weergeeft. Je kan altijd de vrede vinden in die ruimte die
alleen van jou is, en waar niemand anders kan komen. Maar je dient er wel bewust
tijd voor te nemen om naar die ruimte terug te keren, best enkele keren per
dag. De auteur gebruikt de metafoor van zijn eenvoudig vakantiehuisje op een
heuvel in Limburg. Hij zegt dat je een hal nodig hebt om te kunnen wachten en
geduld te hebben, zodat het verlangen kan rijpen. Er is de vloer van de stilte
die maakt dat je niet meegesleurd wordt in de gebeurtenissen van de dag en bij
jezelf kan blijven. Aan de keukentafel kan je bij de mensen rondom je, ervaren
dat elk worstelt en dat je ook goed genoeg bent als het wel eens mis gaat. De
ruimte die de natuur en de schepping biedt, brengt je dichter bij jezelf en
anderen. En af toe moet je wel eens afdalen in de gierput. In een moeilijke ervaring, door existentiële eenzaamheid
gaan die jij alleen kan dragen. Daar kom je tegen wat je niet wil zien in
jezelf. Vaak ontmoet je dan anderen die je helpen en ervaar je dat er voor je
gezorgd wordt. Dat kan gebeuren als je ziek bent.
Dit boek nodigt uit om thuis te komen in de
stille ruimte van je hart. Het vertelt je in persoonlijke verhalen hoe je daar
kan komen in het leven van elke dag, en zonder teveel moeite. Geen cursussen
time management, geen wellness of dringend vakantie nodig, als je maar elke dag
een beetje leeft zoals de monnik in jezelf. Ik kan alleen maar aanraden de ervaring
aan te gaan door het te lezen in een abdij.
Reacties