Ter gelegenheid van de Jeugdboekenweek, die liep van 5 tot 20 maart 2016 met als thema Weg van de Stad, richtte de (E)Utopia Podcast een wedstrijd in voor basisscholen. De opdracht? Maak bij het verhaal Ik ga op reis en neem mee van Katherine Muylaert met de hele klas een (foto)stripverhaal: zet dus de foto's in scène of teken de plaatjes die horen bij de tekst.
De wedstrijd werd gewonnen door ...
En er was een eervolle vermelding voor: ...
(Laureaat en eervolle vermelding worden bekend gemaakt op 10 juni 2016.)
Spannend! Morgen is het zover. Dan gaan we EINDELIJK
op reis. Mama en papa vertellen er al zo lang over en nu gaan we echt
vertrekken. Naar Europa...
Mama heeft beloofd dat ik zelf mag inpakken. Wat zal
ik meenemen?
Ik ga op reis en neem mee...
Het zit al bijna vol, maar ik mag zelf nog speelgoed uitkiezen om er bij te stoppen. Oh! En koekjes! Er moeten ook koekjes in. Voor onderweg. En stiekem heb ik ook een pakje tussen mijn onderbroeken verstopt. Want stel dat ze daar geen koekjes hebben? Papa zegt wel dat ze in Europa alles hebben. Maar hij is er toch nog nooit geweest? Hoe kan hij dat dan weten?
Ik ga op reis en neem mee...
Mijn zwembroek! We gaan in een boot over het water! Ik ben nog nooit aan zee geweest, ik zou willen dat we er nu al waren. Papa zegt dat het lijkt op het water in die oase niet ver van Palmyra, die keer toen we daar op vakantie waren, maar dan véél groter. Zo groot dat je de overkant niet kan zien. Maar misschien is dat omdat papa een bril heeft en niet zo goed ziet. Ik kan wel heel goed kijken, dus ik zie die overkant vast wel. Als het niet te diep is, mag ik misschien eens uit die boot, om in het water te spelen. Dat zou tof zijn, samen met mijn broers. Behalve Salah, die niet, die is nog te klein. En Rima ook niet, meisjes durven dat toch niet.
Ik ga op reis en neem mee...
Mijn Supermancape! Met mijn cape aan, ben ik de sterkste man op aarde! Als we dan rovers tegenkomen, of piraten, verjaag ik die meteen. Zo zorg ik ervoor dat we veilig in dat Europa aankomen. Papa zegt dat ginder alles goed is en er alleen maar vriendelijke mensen zijn. Ik krijg daar een eigen bed, en lekker eten. En als we toch een stoute meneer tegenkomen, zal ik hem wel eens een lesje leren, met mijn supermancape aan.
Maar dat valiesje is veel te klein! Hoe moet het nu
met alles wat er niet in kan?
Ik ga op reis en laat achter...
Azmik! Hoe moet het met de poes? Wie zal haar eten
geven? Waar zal ze slapen wanneer wij weg zijn? Ik moet papa zeggen dat hij de
deur open laat, zodat ze binnen en buiten kan.
Zouden ze in Europa ook poezen hebben? En zouden wij
er dan eentje krijgen? Wie moet er anders onder tafel opeten wat ik niet lust?
Ik ga op reis en laat achter...
Mijn kraan. Ik kreeg haar vorig jaar voor mijn
verjaardag, dus ze is helemaal van mij alleen. Je kan er stenen mee optillen,
en torens bouwen, hoger dan de minaret van de moskee.
Mama zegt dat ze te groot is, en niet mee kan.
Ik heb het geprobeerd, ze past echt niet in mijn
koffertje. Mama had gelijk. Dat vind ik niet leuk.
Wat moeten we nu gebruiken als we ginder in Europa een
nieuw huis willen bouwen?
Ik ga op reis en laat achter...
Mustafa... Hij is mijn beste vriend. Ik wou zo graag dat hij mee kon. Maar ze hebben geen geld genoeg zegt hij.
Zonder hem wordt het maar saai. Hij kan de leukste
verhalen verzinnen, dan moet ik altijd heel hard lachen.
Wie zal er daar naast mij zitten op school?
Weet je wat ik doe? Ik ga al mijn zakgeld sparen. Als
ik genoeg heb, kan Mustafa ook komen en kunnen we weer samen spelen!
Mama zegt dat ik niet verdrietig mag zijn, dat voor alle dingen die we achterlaten, er nieuwe in de plaats zullen komen.
Ik ga op reis en kijk uit naar...
Sneeuw! Op school hebben we geleerd dat, als het heel erg koud is, regen in vlokken naar beneden komt. De juf vertelde dat het bij ons ook af en toe sneeuwt, maar ik heb het nog nooit gezien.
In Europa sneeuwt het veel vaker, zegt ze. Ik ga die
sneeuw opvangen in een potje. Dat zet ik dan naast mijn bed, dan kan ik er elke
avond naar kijken.
Ik ga op reis en kijk uit naar...
Voetballen! In Europa kunnen alle jongens voetballen,
en ik ga dat ook leren. Later als ik groot ben, word ik een sterspeler. Dan
maak ik veel goals en dragen ze me op handen het veld rond.
Hier spelen we ook wel eens met de bal, maar met al
die stenen gaat dat toch niet goed. In Europa zijn er overal voetbalvelden van
gras. Dat heb ik wel eens op tv gezien.
Ik vraag me af wie daar elke dag dat gras giet. En
waarom er geen bloemen tussen staan?
Ik ga op reis en kijk uit naar...
Stilte...
Vroeger ging ik met papa vaak wandelen buiten het
dorp. Soms gingen we zo ver dat je niets meer kon horen. Dan gingen we naast
elkaar op de grond liggen, en luisterden naar de stilte. Papa leerde me hoe
bijzonder dat is, als je alleen blaadjes hoort die fluisteren, of vogels die
zingen.
's Nachts, als iedereen sliep, was het even stil als
tijdens die wandelingen. Dan kroop ik soms stiekem uit bed, om door het raam
naar de sterren te kijken. Als je een ster ziet vallen, mag je een wens doen. Zo
kreeg ik mijn kraan.
Maar nu zijn de gordijnen zelfs overdag dicht. En
altijd is er lawaai, van geweren, en van bommen. Ik duw mijn handen op mijn
oren om het niet te horen. Maar het helpt niet, ik hoor het toch. Dan word ik
bang, en kruip ik onder het bed.
Papa zegt dat er in Europa geen geweren zijn. Dat ik
daar rustig zal kunnen slapen, zonder bang te zijn.
Reacties