"Broere : de oudste, de stilste, de echtste, de verste, de liefste, de snelste, en ik" van Bart Moeyaert - recensie Katherine Muylaert

Broere : de oudste, de stilste, de echtste, de verste, de liefste, de snelste, en ikBroere : de oudste, de stilste, de echtste, de verste, de liefste, de snelste, en ik by Bart Moeyaert
My rating: 5 of 5 stars

'Broere' is een boek om heerlijk bij weg te dromen. Het laat je lezend terugreizen naar lang vervlogen tijden van kwajongensstreken en kattenkwaad, naar een tijd waarin kinderen nog kind mochten zijn. De melancholie viert hoogtij, de glimlach verdwijnt geen seconde van je lippen. Ik wenste bijna dat ik zelf zes broers had, ook al had ik met die ene van mij al genoeg te stellen.

Bart Moeyaert vertelt in 'Broere' over zijn jeugd met zes broers. De ondertitel licht meteen een tipje van de sluier op: 'de oudste, de stilste, de echtste, de verste, de liefste, de snelste en ik'. Als jongste is Bart vaak het buitenbeentje, de kleinste die alles nog niet zo goed begrijpt, maar die er o zo graag wil bij horen. Zo vertelt hij in het verhaal 'Verdriet' hoe hij nooit wint bij spelletjes, want de ene broer kan het langst zijn adem inhouden, een andere broer loopt het snelst de trap op, een derde kan het beste notenkraken en nog een andere kan het snelste eten. Tot die dag dat hij dan toch eens als eerste iets weet. Hij springt op en neer, juicht, is dolgelukkig. Desondanks wordt hij niet gevierd. Terwijl hij toch de eerste was die wist dat Memee dood was.
Even vaak echter zijn de zeven broers heel hecht, zijn ze zelfs 'één broer met een lange naam', 'één broer met veertien armen en benen'. Van het leeftijdsverschil is meestal niet veel te merken, ze doen veel samen, en komen voor mekaar op. Veel verhalen zijn dan ook in de we-vorm geschreven.
Uit 'Het beest': Mijn broer zei dat we samen sterk waren, en dat was prettig om te horen. Niemand voelde zich een held in zijn eentje. Ons vlees groeide ter plekke aan elkaar, zodat we op den duur als één broer onder de tafel zaten, en met ingehouden adem in het donker tuurden.

Ze delen niet alleen hun zucht naar avontuur en ontdekkingen, maar ook hun bewondering voor hun vader en vooral voor hun moeder. Deze adoratie is ontegensprekelijk aanwezig doorheen het hele boek, zonder echter ook maar een moment sentimenteel te worden.
Uit 'Verlies': Ik keek mijn broers na, hoe ze uit het zicht verdwenen. Hun plezier maakte mijn gedachten donker en van het mopperige soort. Ik won nooit wat, ik was nooit eens de eerste, zulke gedachten kreeg ik. Mijn moeder had oog voor wat je niet kon zien. Ze aaide me over het hoofd en zei: 'Zullen we doen wie het eerst bij de zuster is?' Ze zette het al op een lopen, maar dat ging niet goed. Ze had haar slippers voor binnen nog aan, en lachte te hard, zodat ze geen adem meer over had voor snelheid. Ik won van haar, kinderspel..
Uit 'Godzegentje': Onze moeder sloeg de geuren op. Als ze ons voor het slapengaan een kruisje gaf, en nog even met haar wijsvinger over onze wang aaide, herinnerde haar hand ons aan de voorbije dag. Aan haar hand hing de lucht van geschilde uien, en daarvan kwam het stoofvlees weer op tafel. Door de zweem van boenwas herinnerden we ons hoe het huis had geroken toen we uit school kwamen. De geur van de Spaanse zeep die ze altijd van dezelfde buurvrouw kreeg, en ondanks die buurvrouw heel lekker vond, deed ons eraan denken dat we vanavond in de keuken lang tegen haar aan hadden geleund, maar eigenlijk niet lang genoeg.

Elk verhaal is een literair pareltje. In zijn onnavolgbare eenvoudige poëtische stijl trekt Bart Moeyaert je pagina na pagina mee. En toch is het eigenlijk geen pageturner. Daarvoor is het te mooi, het is een boek dat je met mate moet degusteren, zodat je er héél lang over kan doen.


View all my reviews

Reacties

Podcast Het Academisch Kwartier

Luisterboeken Podcast

Podcast Mysterieus België