Nelle & Marcel - kort kinderverhaal van Donnie De Neef





Nelle gaat bij het krieken
van de dag op bezoek bij Marcel.
Ze heeft deze nacht een fantastisch plan bedacht.
‘Ik wil een brief sturen,’ zegt ze,
‘aan alle vogels-die-er-niet-meer-zijn.’

‘Waarom zou je een brief willen sturen
aan alle vogels-die-er-niet-meer-zijn?’
vraagt Marcel met slaap in zijn stem.
‘Om te vragen hoe het met hen gaat.
En of ze het daar leuk hebben,’ antwoordt Nelle.

Marcel denkt even na.
Hij vindt het nogal een gek plan.
Maar Nelle bedenkt wel meer gekke plannen.
‘Goed,’ zegt hij.
‘Jij praat en ik schrijf.’

‘Beste vogels-die-er-niet-meer-zijn,’
zegt Nelle,
‘Hoe gaat het met jullie?
Valt het weer daar een beetje mee?
Is er genoeg pindakaas?
Is er zoveel pindakaas, dat je de hele nacht door zou kunnen eten?
Is er zoveel pindakaas, dat je de hele nacht,
én de hele dag door zou kunnen eten?’

 Marcel schraapt zijn keel.
‘Iets minder over pindakaas, Nelle,’ zegt hij.
‘Juist,’ knikt Nelle een beetje beschaamd.
‘We missen jullie,’ gaat ze verder.
‘We missen jullie echt heel erg.
Hopelijk tot gauw.
Nou ja, niet echt. Je weet wel.
Liefs van Nelle en Marcel.’

Marcel stopt de brief
in een sneeuwwitte omslag
en schrijft op de voorzijde:
‘Aan alle vogels-die-er-niet-meer-zijn’.
Hij likt het strookje toe
en verzegeld de brief met een pootafdruk.

‘En nu?’ vraagt hij.
Nelle weet het ook even niet meer.
Dan ziet ze het helemaal voor zich.
‘Natuurlijk! De brief moet boven de wolken gebracht worden!
Want dat is waar alle vogels-die-er-niet-meer-zijn heen gaan,’
roept ze opgewonden.

Marcel fronst.
‘Ik denk dat de brief diep onder de grond gebracht moet worden.
Want dat is waar alle vogels-die-er-niet-meer-zijn heen gaan, toch?
Nelle fronst nu ook.
Ze weet het eerlijk gezegd niet zo goed meer.
Waar gaan al de vogels-die-er-niet-meer-zijn eigenlijk heen?
  
‘We kunnen maar beter op veilig spelen,’
zegt Nelle.
‘Ik bezorg een brief boven de wolken,
en jij bezorgt er één diep onder de grond.
Dan moet er vast wel één van beide goed terechtkomen.’

Marcel vindt het een prima idee.
Hij schrijft nog een brief.
Vervolgens graaft hij een tunnel,
dieper dan hij ooit eerder gegraven heeft.
Daar laat hij de brief achter.
Nelle vliegt tot boven de wolken,
hoger dan ze ooit eerder gevlogen heeft,
en laat daar de andere brief achter.

Ze drinken thee.
Uit kleine porseleinen kopjes.
Volgens Nelle duurt wachten
minder lang als er thee is.
Marcel is daar nog niet zo zeker van.
‘Denk je dat ze onze brief al ontvangen hebben?’
vraagt hij aan Nelle.
Nelle knikt.
‘Vast wel. Dat moet wel.’

Nelle en Marcel drinken nog meer thee.
Ze drinken zoveel thee,
dat Marcel algauw geen thee meer kan zien.
‘Wachten duurt wel erg lang,’ zegt hij.
Nelle wordt nu ook ongerust.
Ze vraagt zich af of
de vogels-die-er-niet-meer-zijn
misschien zonder briefpapier zitten.

Plots, op een zonnige lentedag,
vinden ze een brief terug.
Zomaar.
Op het gras, tussen de madelieven.
Nelle vraagt zich af hoe de brief daar komt.
Volgens Marcel doet het er helemaal niet toe.
Hij is stiekem gewoon blij dat hij geen
thee meer hoeft te drinken.
Ze lezen hem samen, hardop.

‘Beste Nelle en Marcel,
wat leuk dat jullie ons missen.
Wij missen jullie ook.
Nou ja, een beetje. Je weet wel.
Het is goed waar jullie zijn,
maar hier is het ook goed.
Het weer is hier fantastisch.
Dit zal een kort briefje worden.
We moeten namelijk nog een hele berg
pindakaas opeten voor de avond valt.
Liefs van alle-vogels-die-er-niet-meer-zijn.'

Marcel geeft Nelle een zoen.
Zolang hij maar bij Nelle kan zijn,
vindt Marcel het overal best.


Reacties

Podcast Het Academisch Kwartier

Luisterboeken Podcast

Podcast Mysterieus België