SCENE 2: HAPPY FEET
ZANG, DANS & MUZIEK HAPPY FEET:
Happy feet! I've got those hap-hap-happy feet!
Give them a low-down beat
And they begin dancing!
I've got those ten little tip-tap-tapping toes,
When they hear a tune
I can't control the dancing, dear,
To save my soul!
Those weary blues can't get into my shoes,
Because my shoes refuse
To ever grow weary.
I keep cheerful on an earful
Of music sweet;
Just got those hap-hap-happy feet!
(andere versie)
Give them a low-down beat
And they begin dancing!
I've got those ten little tip-tap-tapping toes,
When they hear a tune
I can't control the dancing, dear,
To save my soul!
Those weary blues can't get into my shoes,
Because my shoes refuse
To ever grow weary.
I keep cheerful on an earful
Of music sweet;
Just got those hap-hap-happy feet!
(andere versie)
Happy feet!
I've got those happy feet!
Give them a lowdown beat
And they begin dancing!
I've got those
Ten little tapping toes,
And when I hear a tune
I can't control my dancing heels,
To save my soul!
Weary blues
Can't get into my shoes,
Because my shoes refuse
To ever grow weary!
I keep cheerful on an earful
Of music sweet;
'Cause I got those happy la-de-da-da!
I've got those happy feet!
Give them a lowdown beat
And they begin dancing!
I've got those
Ten little tapping toes,
And when I hear a tune
I can't control my dancing heels,
To save my soul!
Weary blues
Can't get into my shoes,
Because my shoes refuse
To ever grow weary!
I keep cheerful on an earful
Of music sweet;
'Cause I got those happy la-de-da-da!
Op het einde van het liedje horen we de ringtone van
een gsm vanuit de zaal, heel luid.
TECHNICUS: Nondedju! Welke imbeciel heeft daar zijn gsm laten aanstaan?
LAURENT (vanuit de zaal): Hallo? Oui?... Claire?
TECHNICUS: Excuseert U mij, Uwe Telegeleide Hoogheid!
Al pratend verlaat Laurent de zaal:
LAURENT:
In Aalst, oui. Mais non, ce n’est pas loin. Alost, tu te rappelles: les oignons,
les Voil Jeanetten... Non, ik heb er hier nog geen gezien… (kijkt rond) Enfin
ja, toch wel… (kijkt naar iemand in de zaal) Mais il n’est pas en
costume. (luistert) Oui, ik zal het hier eens vragen. Waar ze die
verkopen. Zo van die dikke plastieken… (naar borsten wijzend). Oui, oui…
Een D-plus, oké. Ik breng er straks een koppel mee. Voor jou! (gaat
luisterend af – doet teken aan de Regisseur) Gelieve mij t’ excuseer… ’t is
Claire!
VAKJURYLID 1: Allez, die moeten we al niet meer weg stemmen.
VAKJURYLID 3: Wat vond je anders van die Happy Feet?
VAKJURYLID 1: Da’s toch veel te vrolijk, als straks de wereld vergaat?
VAKJURYLID 2: Ja, de doelstellingen die men hier argeloos poogt te
realiseren worden constant tegen de schenen geschopt!
VAKJURLID 3:
En wat zeggen wij dan?
ALLE
VAKJURYLEDEN SAMEN: Weg ermee!...
Ze staan alle drie half recht en wijzen weg van het
podium. Er komt nog een vuvuzelastoot achteraan. De Applausmeter zegt: “Man,
Man, Man…Miserie…Salukes!”
VAKJURYLEDEN:
- Geef ons triestigheid!
- Ellende!
- Schuldgevoelens!
- Spijt!
- Klaagzangen!
- Smartlappen!
CASSANDRA: Ik zie weer iets!... Ik zie!... Ik zie!...
KORA: Ja, wat zie je dan, Cassandra? Dat Prins Laurent straks, pardoes,
op mijn rode loper, voor mij op zijn knieën gaat vallen?
CASSANDRA: Ik zie… ik zie… dat ik mij miszien heb!
KARO: Ah ja! Hij gaat voor MIJ vallen, de Prins!
CASSANDRA: Het is niet 21/12/2012… maar 12/02/2012!
DICHTER (smeltend tussen de twee Kokette Actrices): Maar dat is…
niet seffens, niet subiet, niet weldra… maar zo goed als nu, maintenant, tout
de suite, heute godverdomme!... En ik heb nog niet eens het gedicht voor mijn
geliefde kunnen voordragen!...
VAKJURYLID 1: We zouden de mensen beter naar huis sturen. Zodat ze nog
gauw kunnen doen wat ze al hun hele leven hebben willen doen.
VAKJURYLID 2: Het wordt dan inderdaad een stuk gemakkelijker incognito
de wederkerigheid van een grand amour ten berde te brengen dan gewoon te
bekennen dat je eigenlijk alleen nog maar een kopje koffie wil.
VAKJURYLID 3: We kunnen ook gewoon doen of onze neus bloedt… Zoals op de
Titanic, indertijd. Zou dat niet beter zijn?
KORA (met gesloten ogen en getuite mond): Wat ik het meest van al
nog zou willen… dat is…gekust worden.
DICHTER: Met alle plezier!
KORA: Niet door een Dichter, malloot! Door een Prins!
KARO: Daar zegt ge zoiets. Voor mij mag het anders nog wat meer zijn.
KORA: Hoe bedoel je?
KARO: Welja… dat hij zich niet moet generen... om mij ook een keer vast
te pakken. Allez, knuffelen: hoe zeg je dat in het Frans?
VAKJURYLID 2: … Eteindre.
KORA: Doe geen moeite. Hij zag je
nog niet staan, daarnet. Je hebt betere papieren nodig om iemand te lijmen.
DICHTER (kijkt naar zijn papieren): Mag er ook een gedicht op
staan?
Laurent komt opnieuw in de zaal zitten en Kora wendt
zich tot hem, paradeert verleidelijk voor hem, zwaait met haar rokken – een model
op de catwalk.
KORA: Mon Petit Prince!...
Actrice 2 volgt haar voorbeeld.
KARO: Mon Choco Prince!...
DICHTER: Ik zou nog voor het einde der tijden mijn liefde willen
uitschreeuwen met mijn gedicht… en dan gelukkig sterven in haar armen…
VAKJURYLID 3: U hoeft daar echt niet zo lang mee te wachten, hoor.
DICHTER: Oh! Te sterven in de armen van mijn geliefde! Zoals Koning
Arthur!
VAKJURYLID 2: Dat was wel Romeo, hé, slimmeke. Leer uw aardrijkskunde.
Vakjurylid 1 geeft een vuvuzelastoot.
De Dichter, op zijn knieën, brengt zijn gedicht voor
de Kokette Actrices Kora & Karo, die voorbij Laurent paraderen, knipogen,
kushandjes werpen, flirten quoi.
DICHTER:
Zoals een charmezangerkus naar tranen
smaakt,
de uil bij nacht zijn notenbalken
braakt,
zoals mamaatje aan haar patchwork
voor de tuinbank haakt,
Gibraltar met een tip aan Spanje
raakt,
je linkerwang van puur gezondheid
rouge blaakt,
de Sjeik van Mali een fortuin van
olie maakt,
de treinchauffeur voor opslag staakt
en een vlammetje in kachels waakt…
Zo, mijn liefste, en alleen maar zo,
…
ALLE
VAKJURYLEDEN SAMEN: Weg ermee!...
Ze staan alle drie half recht en wijzen weg van het
podium. Er komt nog een vuvuzelastoot achteraan. De Applausmeter zegt: “Man,
Man, Man… Miserie …Salukes!”
De Dichter wordt door de Toneelmeester en een paar
robuuste helpers ‘afgedragen’. Ondertussen zitten we al in het liedje MY HEART
BELONGS TO LAURY.
Karo begeleidt hen, toont waar ze heen moeten en gaat mee af. De Dichter
brult nog:
DICHTER : Je veux de l’amour ( Raymond van het Groenewoud )
Reacties