door Schrijverscollectief WoordAanslag: Patrick
Bernauw, Christina Ceuppens, Rita Corthals, Chantal De Craecker, Ben
Schokkaert, Trees Van Aerdebrugghe, Yannick Van der Speeten
Eindredactie: Patrick Bernauw & Ben Schokkaert
SCENE 1: OUVERTURE + SPEECH LAURENT + VISIOEN
CASSANDRA
In een donkere zaal weerklinkt het THEMA 1812
OUVERTURE (Tsjaikovski) en wordt PRINS LAURENT gevonden door een volgspot.
Laurent staat voor een micro en strijkt – op de muziek! – zijn haar plat,
schraapt zijn keel, kucht, trekt zijn jas recht, draait wat, wil dan iets
zeggen…
De volgspot wordt vanuit de zaal bediend door de
Toneelmeester. De Technicus zit achter een klank- en lichtmengtafel in de zaal.
Maar net op dat ogenblik schuift de volgspot wat op om
zich heel even op de REGISSEUR te richten die CASSANDRA ergens op het podium
een apocalyptische pose doet aannemen, zodat Laurent de spot moet opzoeken,
weer – op muziek! – zijn keel schraapt, zijn haar plat strijkt, nerveus om zich
heen kijkt, dan toch de mond opent om iets te zeggen…
En weer schuift de volgspot wat op om de ROB en de RAF
te vinden die half in de coulissen een spelletje aan het spelen zijn met de
KOKETTE ACTRICES KORA & KARO, zodat
Laurent het licht weer moet opzoeken, weer moet kuchen, … Tot hij een
schijnbeweging maakt, zijn brillenglazen poetst en dan ineens, sluw, terwijl
hij daar nog mee bezig is, uitroept:
LAURENT:
Peuples d’Alost, Mensen van Aalst!
Muziek
stopt abrupt.
LAURENT:
Je vous salue, goedendag. Excusez-moi dat ik twijfel. Het is dat ik ook niet
meer kan volgen. Waar ik woon en wie ik ben. En waar ú woont. Het koninkrijkje
van mijn grote broer, het is precies een schaakbord. Hij heeft het mij eens
geëxpliqueerd: de zwarte carrés zijn van Meneer de Strik, u weet toch wie
Meneer de Strik is hein…? (naar de zaal + imiteert Elio di Rupo) en de
witte vierkanten van Meneer de Frietpak, u weet toch wie... (imiteert Bart
De Wever). Mijn grote broer, hij doet niets anders dan de hele dag schuiven
op zijn schaakbord.
De
volgspot verschuift nerveus en vindt de DICHTER die zijn gedicht aan het
repeteren is:
DICHTER:
Zoals
Tom Boonen op de Bosberg fietst,
de
kaarter liefst met kleuren wiest;
zoals
een Assepoester om haar muiltje smiest,
Georges
Leekens voor de aanval kiest,
en
de prins voor jou een Porsche least…
Zo,
mijn liefste, en alleen maar zo, …
Laurent
duwt de Dichter uit “zijn” spot:
LAURENT: Zo, ja! Zo is het wel genoeg geweest!
Waar was ik nu gebleven?
Regisseur roept vanuit de coulissen:
REGISSEUR:
Bij uw grote broer! Chez Philippe!
LAURENT:
Welja, mijn grote broer. Vanmorgen was hij nog met het Atomium aan het
schuifelen. Van zwarte carré naar wit vierkant. Want het is vandaag datum
zeggen en dus (on)paar, en als het (on)paar is, dan is Meneer de Frietpak
de baas van het Atomium, maar - pour compenser - mogen de kapoenen van Meneer
de Strik zandkastelen bouwen in Knokke–Heist, als het (on)paar is Ne Waalse château in Vlaamse zand: il appele
ça, mon frère, ‘wafelijzerpolitiek’.
En
ik zeg vanmorgen, aan mijn grote broer, terwijl ik invul mijn whereabouts…
Toneelmeester roept:
TONEELMEESTER:
Uwe watte?
LAURENT:
Ik zeg: broertje, ik moet naar Alost. Aalst, vraagt hij? En hij kijkt naar zijn
schaakbord, en hij schuift een zwarte man naar een wit vierkant, en hij zegt:
j’en doute, ik zal een Koninklijke Opdrachthouder moeten polsen. En hij
grabbelt zo een Koninklijke Ontmijner bij de pols en hij vraagt: De Dender,
Brussel-Vlaams of Brussel-Frans? En de Koninklijke Verduidelijker vraagt of ik
op de Kapellekensbaan moet zijn, chez Louis Paul Prinsessenboon. Maar ik zeg:
ik heb een rendez-vous op de Werf. En de Koninklijke Bemiddelaar vraagt: De
Werf, rive gauche of rechteroever? En mijn grote broer zucht en zweet boven
zijn schaakbord en hij zegt: Aalst is een twijfelgeval, ik zal een Koninklijke
Wegbereider meesturen.
En
we vertrekken, de Koninklijke Twijfelaar en ik. Natuurlijk te laat… omdat … ah,
hier se!
Laurent
rommelt in zijn zakken en vindt een krultang.
…
omdat Claire de krultang had verstopt die ik nodig heb om met mijn wenkbrauwen
te worstelen.
Hij
begint zijn wenkbrauwen te borstelen. Vervolgens, uitleggend met de krultang:
Ze
vindt me schattig, zegt ze, Claire, als ze ziet hoe ik loop te zoeken naar
spulletjes die zij expres zoek heeft gelegd.
En
ik vlam naar mijn rendez-vous, en ik denk: Ternat, dat is van Meneer de Strik,
dus ik mag 160. Maar plots springt een zwaan voor mijn Porsche Cayenne, en die
steekt een stok in mijn wiel, en die zegt: ‘Dag Meneer de Prins, ge hebt chance
dat ik u herken, met uw dikke wenkbrauwen, en dat gij onderweg zijt naar een
rendez-vous, want hier in Faluintjesland, deze onafhankelijke deelrepubliek
binnen de enclave Brussel-Halle-Vilvoorde, hier lachen we niet met wenkbrauwen
die te snel vlammen.’
Hij haalt een zakdoek uit zijn pochetje.
Amai,
ik zweet ervan. Van zo te vlammen en te borstelen en te raisonneren met Meneer
de Zwaan. En ’t ergst van al: ik weet het nog altijd niet. Aalst,
Brussel-Vlaams of Brussel-Frans?
-
Technicus: Vlaams!
-
TONEELMEESTER: Waals!
-
DICHTER: Brussels!
-
ROB: Brusselse kaas!
-
RAF: Luikse wafel!
-
MUZIKANT: Voerense
trip!
-
L4 the AVV uit de
coulissen: Blankenbergse babbelut!
-
L4 the AVV uit de
coulissen: Aalsterse vlaai!
-
L4 the AVV uit de
coulissen: (in het Aalsters): Aalstersen
ajuin!
Waarna
de Regisseur ingrijpt:
REGISSEUR: Zal ’t gaan, ja?
LAURENT: Oui, oui, ça va. Maar peut-être, ik heb een
idee…
Tot de zaal – licht
op VAKJURY (1, 2 en 3), die zich aan een tafel op het linkerpad naast het
podium bevindt:
Pour m’assurer
que je suis vraiment op een wit vierkant van Meneer de Frietpak: dit bonjour en
flamand. Bonjour, Monseigneur Laurent! Maar dan en flamand. Allez, en avant. En
allemaal tezaam, l’union fait la force. Un-deux-trois,
één-twee-drie.
Als de Vakjury weigert, probeert
Laurent de rest van de zaal mee te krijgen en ze “Bonjour Monseigneur Laurent”
te laten zeggen, “en flamand”.
Dit
interactief toneeltje wordt abrupt doorbroken door een vuvuzela, gestoken door
Vakjurylid 1.
VAKJURYLID 1
& 2: Awoe!! Boe!
VAKJURYLID 1:
Man, man, man, wat voor een boer is me dat! Je wilt ons toch niet doen geloven
dat jij een acteur bent?
VAKJURYLID 2:
Inderdaad zou de wezenlijke aanpassingscoëfficiënt van deze illegale immigrant,
gezien zijn beperkte vaardigheden, tot op een bepaald niveau dienen doorgelicht
te worden, zodanig dat hij zich beter kan integreren in een arbeidssituatie die
voor iedereen voldoening geeft.
VAKJURYLID 1:
Deze sketch was echt ondermaats. Moet dat Prins Laurent voorstellen?
LAURENT: Maar
euh…
VAKJURYLID 1:
Niks te maarreu, Monseigneurreu! De mensen in de zaal hebben betaald om
kwalitatief hoogstaand theater te zien. Is het niet zo, mensen in de zaal?
VAKJURYLID 3:
Een karikatuur van Laurent brengen: da’s toch de eerste opdracht die je hier
krijgt aan d’Academie? En jij bent geslaagd? Toch niet met onderscheiding, hoop
ik?
VAKJURYLID 2:
De technische competentie van deze deelnemende actor is qua
vaardigheidscapaciteiten beslist ondermaats.
VAKJURYLID 3:
Zo is dat! En wat zeggen wij dan?
ALLE
VAKJURYLEDEN SAMEN: Weg ermee!...
Ze staan alle
drie half recht en wijzen weg van het podium. Er komt nog een vuvuzelastoot
achteraan. Telkens iets of iemand weggestemd zal worden, zal dit op deze manier
gebeuren.
Op dat moment
krijgen we algemeen licht op het podium en zien we de personages staan die
eerder al hun karakteristieke poses hebben aangenomen. De Toneelmeester verlaat
zijn volgspot, loopt over scène en verdwijnt in de coulissen.
REGISSEUR:
Stop! Stop!!!... Deze… Monseigneur… kun je niet wegstemmen. Dit is Prins
Laurent!... Hij is alleen een beetje… incognito. Om niet herkend te worden… Hij
heeft zich vermomd. Om niet op te vallen.
Even een
doodse stilte, dan beginnen de drie Vakjuryleden luidruchtig te applaudisseren,
buigingen te maken, bravo te roepen, te vuvuzelaën, het publiek mee op te
zwepen, enz… Uiteraard doen alle personages op het podium mee.
VAKJURYLEDEN:
- Bravo!
Bravo!
- Dat was nog
eens een performante présence met een perfecte dictie, zie!
- Vive le Roi!
- Leve Fabiola!
- Et le Prince aussi!
REGISSEUR: Monseigneur! Laat het mij
allemaal nog eens uitleggen. Dit is nog geen voorstelling as such. De première is immers gepland op 21/12/2012. Dit is nog
een O-pen Re-pe-ti-tie. Wij proberen een revue te maken van de voorbije eeuwen
beschaving en we testen dat uit op een levend publiek (wijst op de mensen in
de zaal – zenuwachtig grapje:) Ah ja, want op een dood, dat zou belachelijk
zijn, hé. (als er niemand lacht, schraapt hij de keel en gaat snel verder) Het is een project waarbij we zoveel mogelijk
interactief te werk gaan en waarbij publieksparticipatie dus heel belangrijk
is. En om te weten wat dat publiek goed vindt of niet goed, hebben we hier deze
Applausmeter geïnstalleerd.
De
TONEELMEESTER rolt de Applausmeter op. Afhankelijk van hoe dit apparaat er
uitziet, kan er een kleine demonstratie gegeven worden. Ofwel werken we met een
apparaat met wijzers (die het altijd verkeerd doen), ofwel met geluiden
(waarbij we nooit de juiste geluiden krijgen).
De TECHNICUS komt
van achter zijn tafel het toneel op
TECHNICUS : Als we daar even een kleine demonstratie
mogen bij geven… Applaudiseert u een klein beetje, dan zet de Applausmeter dat
om in dit geluid…
populaire
uitdrukking – genre:– Man, man, man… Miserie!... Salukes!
TECHNICUS:
Maar hoe harder jullie applaudisseren, hoe lieflijker het geluid wordt. Een
stormachtig applaus zal bijvoorbeeld…
populaire
uitdrukking – genre: Cool, … Beestig, … Mercikes!
TECHNICUS: …
dit geluid voortbrengen. Dus als u zo goed wil zijn om nu even een heel klein
beetje te applaudisseren…
Een heel
ander geluid – of een populair wijsje, of een populaire kreet van dat moment –
genre: Waar is dat feestje?
TECHNICUS :
Eeeeh, tja, …ExcuseerU mij, Uwe Doorluchtigheid
Ondertussen
heeft Laurent de twee Kokette Actrices in het oog gekregen (en zij hem). Er
ontstaat enig bekkengetrek, zonder woorden – wat kusjes blazen, enzovoort.
REGISSEUR:
Ja, de Applausmeter staat nog niet helemaal op punt, zo te horen. Hoe dan ook,
om de beslissingen niet alleen aan het publiek over te laten, kunnen we ook
altijd een beroep doen op een professionele Vakjury… die alle acts kan
beoordelen en wegstemmen of aanvaarden.
De Technicus plaatst de applausmeter op het
zijpad coté cour en gaat weer achter zijn tafel in de zaal zitten.
VAKJURYLID 2:
Beter één goedgevulde basiskalkoen in de hand dan tien van die halfgare kiekens
die daar proberen een hoogstaand publiek te reorganiseren, nietwaar.
REGISSEUR – uitdrukkelijk
tot Laurent, die al zijn aandacht over de twee Kokette Actrices verdeelt: En
heel dit project staat onder auspiciën van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins
Laurent. Zoals u zich wellicht nog herinnert, Monseigneur? U wilde die
gewichtige taak vrijwillig op uw schouders nemen, omdat u zo onder de indruk
was van het aanwezige talent? Weet u nog?
LAURENT:
Jaja. Natuurlijk.
REGISSEUR –
met een uitnodigend gebaar naar de micro: U zou ook een openingsspeech
houden… Monseigneur?
LAURENT:
Jaja. Zeer zeker.
Laurent neemt
zijn plaats achter de micro weer in en opent zijn mond maar… op dat moment
krijgt Cassandra een visioen.
CASSANDRA: Ik zie!...
VAKJURYLID 3: Lap! Het is weer zo
ver!
VAKJURYLID 2: Sandra krijgt een
visionair… visioen!
Vakjurylid 1 geeft er nog een
vuvuzelastoot achteraan. Applausmeter: “Man, man, man… Miserie!... Salukes !”
CASSANDRA: Ik
zie… wat een ander niet ziet! En wat een zicht zie ik! Water en nog eens water
zonder einde stromend naar nergens en weer terug.
En water betekent chaos, dat kruipt je huis in na de zoveelste stortbui, dat
blijft niet in zijn beddingen, dat begint tegen te werken, dat rijst op tot een
metershoge muur… en die valt dan zo hard als beton op je dak, op je
kerncentrales, op je pasgebouwde wegen… het kan niet op! En waar de zon en de
rest van de melkweg zijn gebleven, ik zou het niet weten, want die zie ik niet meer!
Misschien zijn ze in een van die zwarte gaten verdwenen, want de wereld… dames
en heren… de wereld vergaat!!!
De Regisseur staat in haar buurt en doet haar
melodramatische poses mee
KORA: Waw! Cool! Wat zeg jij ervan,
Karo?
KARO :
Super, Kora! Maar euh: wanneer gaat dat gebeuren?
CASSANDRA:
Wanneer? Ja zeg, ik ben geen waarzegger, hé! Zeg! Ik zie alleen maar… niet
goed… maar ik zie wel… dat de Maya’s het voorspeld hebben… Hun kalender houdt
op in… Ik zie een aaneenrijgen van het cijfer twee… Oei, er staat een één
tussen!... Het lijkt wel… 21…12…20…12! … 21 …12 …2012 !
Cassandra
valt flauw, in de armen van de Regisseur, die de Dichter wenkt om haar over te
nemen… die er ook geen weg mee weet. De Regisseur zet Laurent met zachte dwang
voor de micro.
REGISSEUR:
Uw openingsspeech, Monseigneur!
LAURENT:
Euh… Wel ja… ’t Is dat ik hem er van kwijt ben, mijn kluts, mijn speech… Enfin…
Dames en heren, mesdames et messieurs, ladies and gentlemens… Nu we weten dat
de wereld vergaat op 21 december 2012 kunnen we deze O-pen Re-pe-ti-tie, onder
mijn auspiciën, voor euh… geopend verklaren!
Licht
valt uit, alleen nog een spot op Laurent. De Technicus doet zenuwachtig achter
zijn tafel, schuift en draait aan knoppen. Er gaan wat lichten aan en uit. De Applausmeter
begint “man, man, man “ en stopt weer.
Tegelijkertijd
draait Laurent wat rond en fluistert:
LAURENT:
Waar is de schaar en de lint?
REGISSEUR
(komt in de spot staan):
Monseigneur, wij hebben voor U een
plaats op de eerste rij voorbehouden. Met een mooi zicht op de actrices… en de
acteurs… zoals u gevraagd had.
De Regiseur gaat naar de dirigent,
fluistert, loopt naar de coulissen waar we enkele danseressen zien
Laurent
wordt door de Toneelmeester bijgelicht en zo naar zijn voorbehouden plaats op
de eerste rij gebracht.
TECHNICUS:
Volgt U alstublieft mijn assistent, Uwe Propergeborstelde Prinselijjkheid!
REGISSEUR
(improviserend): En als we dan weer een beetje licht krijgen… kunt u
alvast genieten van een inspirerend dansnummer… een prachtige uitvoering van Happy
Feet!
Reacties