Zoals Ben Schokkaert het zelf zegt in zijn nieuwsbrief (want wie zou dit beter kunnen zeggen dan Ben zelf?):
Sinds de laatste
week van vorig schooljaar ben ik ook een gediplomeerde schrijver. Er zijn weinig
Echte Schrijvers die dat kunnen zeggen, maar de Gouden Medaille van de Stad
Aalst, de Standaard Boekenbon, mij overhandigd door de Schepen van Jeugd, Vrije
Tijd, Integraal Drugsbeleid en Internationale Samenwerking Iwein De Koninck
(ermee gekocht: de requiemroman Tonio
van Adrianus Franciscus
Theodorus van der Heijden) en
de Bijzondere Prijs van de Schepen van Financiën, Regies, Onderwijs en
Juridische Zaken Serge Grysolle, voorstellende een FNAC-bon (van plan ermee te
kopen: Chanson. Een gezongen geschiedenis
van Frankrijk van Bart Van Loo) zijn er de onweerlegbare bewijzen
van.
Nieuw! 40 jaar Oxfam - Wereldwinkels |
Het koekje bij de koffie · 40 jaar Oxfam-Wereldwinkelsvan Ben SchokkaertIn 1971 opent in Antwerpen de eerste Belgische wereldwinkel. Veertig jaar later is dat winkeltje een netwerk van meer dan tweehonderd speciaalzaken. + Hét indrukwekkende overzicht van 40 jaar Oxfam-Wereldwinkels. + Over de eerste Belgische wereldwinkel die veertig jaar later is uitgegroeid tot een netwerk van meer dan tweehonderd speciaalzaken en de hoofdaandeelhouder is van de middelgrote onderneming Oxfam Fairtrade. + Tegelijk geeft het boek een levendige kijk op de recente sociale geschiedenis van België. |
bestellen |
Inhoud
In 1971 opent in Antwerpen de eerste Belgische wereldwinkel. Veertig jaar later is dat winkeltje een netwerk van meer dan tweehonderd speciaalzaken. De piepkleine vzw Oxfam-Wereldwinkels van toen is nu de hoofdaandeelhouder van de middelgrote onderneming Oxfam Fairtrade. Het 'socialistische' pakje koffie werd een sterk merk en een glossy assortiment waarop gestudeerd wordt.Een boek over de ontroerende solidariteit met de broedervolkeren in Algerije en Nicaragua. Over roze stoelen en rood fruitsap. Over veel werk en altijd te weinig werkvolk. En over een nicheproduct dat mainstream probeert te worden en de conventionele handel op weg naar meer duurzaamheid dwingt. Tegelijkertijd geeft het boek een levendige kijk op de recente politieke geschiedenis van België en zijn sociale bewegingen.
Meer info online: www.epo.be
Ben Schokkaert is freelanceredacteur. Hij werkte van 1997 tot 2010 als redacteur voor Oxfam-Wereldwinkels. Hij is beschikbaar voor lezingen, contacteer hem rechstreeks via ben.schokkaert@skynet.be of telefonisch via 054/31.32.91
isbn: 9789491297038prijs: € 25.00
Fragment uit Het koekje bij de koffie
Een boontje voor de strijd: motor van de vredesbeweging
‘Oxfam-Wereldwinkels
gaf de actie een megafoon’, schrijft Walter Pauli in De Morgen van 13 februari 2010. De wereld herdenkt dat twintig jaar
eerder Nelson Mandela uit zijn gevangenis op Robbeneiland is vrijgelaten. De
actie waarover de journalist het heeft, is Boycot Outspan. Die riep in de jaren
1980 consumenten op om geen fruit uit de apartheidsstaat Zuid-Afrika te kopen.
Een paar dagen na
Pauli’s artikel doet een aantal internationale politieke coryfeeën een oproep
voor een kernwapenvrij Europa. Voor Bart Brinckman in De Standaard (20 februari 2010) is de oproep een aanleiding om
terug te blikken op de jaren ‘toen België nog in de ban van de bom was’. Bij
het artikel hoort een foto van betogende jongelui. De haantjes-de-voorste van
het gezelschap torsen op hun schouders een zelf in elkaar geknutselde raket,
papier maché over kippengaas. ‘Weg de bom’, staat op de raket. Maar mijn
aandacht wordt gevangen door het dichtwaaiende spandoek erachter. Ik herken de
meeste letters van het woord ‘wereldwinkel’ en erboven de W met de rode bol,
het logo van Oxfam-Wereldwinkels...
Hoe twee
krantenartikels over twee uiteenlopende onderwerpen in één week tijd zoveel
maatschappelijke impact van Oxfam-Wereldwinkels kunnen illustreren! De
betrokkenheid van de wereldwinkeliers, zowel in de strijd tegen de apartheid in
Zuid-Afirka als bij acties tegen de plaatsing van raketten in België, kan
moeilijk overschat worden. Dat zegt ook politicoloog en socioloog Stefaan
Walgrave. Hij heeft de sociale bewegingen van de jaren 1970 en 1980 van nabij
bestudeerd in Nieuwe sociale bewegingen
in Vlaanderen (1994).
‘De liefdesbrief’
De strijd tegen de
raketten zet Oxfam-Wereldwinkels in de eerste helft van de jaren 1980 op de
maatschappelijke kaart van Vlaanderen. Maar het vredesthema is vanaf de start
in 1971 prominent aanwezig in de wereldwinkels.
Op 8 mei 1971 is de
nog maar pas opgerichte wereldwinkel van Antwerpen medeorganisator van Vrede
voor Vietnam. Naast een mars van 20 kilometer is er een infomarkt en een
avondprogramma in de Handelsbeurs. Een jaar later volgt een nieuwe Vrede voor
Vietnam en zijn in verschillende steden en gemeenten ‘Vietnam’-kernen actief.
Marsen zijn populair
op dat moment. ‘Met een paar duizend jonge mensen marcheren om geld te
verzamelen en uiting te geven aan onze solidariteit met de derde wereld’: zo
wordt het doel van een vredesmars op 8 maart 1972 in Gent omschreven.
Opvallend is het schijnbare gemak waarmee in geen tijd een paar duizend mensen
worden bijeengetrommeld.
In de prille herfst
van 1971 is België in de ban van ‘De liefdesbrief’. Dat schilderij van Jan
Vermeer is op 24 september geroofd uit het Paleis voor Schone Kunsten in
Brussel. De dief, blijkt later, is Mario Roymans, een jongeman uit de buurt van
Tongeren. Als ‘Tijl van Limburg’ eist hij de diefstal op en zegt hij het
schilderij te zullen teruggeven als 200 miljoen frank wordt gestort op de
rekening van Caritas Catholica voor de vluchtelingen in Oost-Pakistan. Daar
heerst een bevrijdingsoorlog die enkele weken later zal eindigen met de
installatie van een onafhankelijk Bangladesh. ‘Tijl’ wordt op 6 oktober
gearresteerd, maar blijft nog wekenlang het onderwerp van gesprek. Er volgen
petities en acties. De wereldwinkels verkopen onder andere het plaatje ‘Tijl
blijft leven’; de opbrengst is bestemd voor vluchtelingenkampen in India. Bij
Caritas Catholica stroomt het geld voor Oost-Pakistan binnen.
‘De liefdesbrief’ is
slechts een anekdote, maar wel één die de werking van de eerste wereldwinkels
typeert. Er is geen groot plan of uitgekiende strategie. Maar als er moet
geprotesteerd worden tegen onrecht, of als solidariteit met verdrukten gewenst
is, klopt men niet tevergeefs bij de wereldwinkels aan.
Niet alleen Azië
geniet in die eerste jaren de aandacht. De wereldwinkels houden ook
bevrijdingsacties voor de Portugese kolonies in Afrika, zoals ‘Een rode anjer
voor Angola’ in oktober 1975. Angola is een typevoorbeeld om te illustreren hoe
het imperialisme alles doet om een grondstoffenrijk land in zijn invloedssfeer
te behouden. Voor de multinationals is de Angolese bevrijdingsbeweging MPLA vijand nummer één, voor de
wereldwinkels is ze een bondgenoot. In Antwerpen worden 7000 anjers verkocht,
de opbrengst is bestemd voor de aankoop van melkpoeder en olie.
De gebeurtenis die de
wereldwinkels evenwel het meest beroert, is de militaire staatsgreep van
Augusto Pinochet in Chili op 11 september 1973. De militairen maken een einde
aan het linkse bewind van Salvador Allende. Tijdens hun repressieve regime, dat
tot 1989 duurt, zijn duizenden Chilenen omgekomen of gevlucht. België vangt
zowat 1100 Chileense vluchtelingen op. De wereldwinkels organiseren
solidariteitsavonden en acties voor de opvang van de Chilenen. In het najaar
van 1974 is er een nationale Chiliweek.
Jarenlang blijft
Chili een symbool voor de derdewereldbeweging. Het land verdwijnt nooit
helemaal van de agenda van Oxfam-Wereldwinkels. In 2011 is Chili zelfs het
voornaamste partnerland van de wereldwinkels.
Er is niet alleen de
solidariteit met landen en volkeren ver weg. In het najaar van 1974 uit
minister van Landsverdediging Paul Van Den Boeynants zijn voornemen om nieuwe
gevechtsvliegtuigen aan te kopen. Het protest tegen het plan is fel. Ook de wereldwinkels
mobiliseren volop voor de betoging van 12 januari 1975 onder het motto ‘Neen
aan de 30 miljard’. (‘Met 30 miljard zou men 26.000 sociale woningen of 500
waterzuiveringstations kunnen bouwen.’) Voor het eerst wordt de structuur van
de wereldwinkels, hoe rudimentair ook, gebruikt om met pamfletten volk te
ronselen.
Hoezo, ‘derde wereld’?
Dat
Oxfam-Wereldwinkels zowel tegen de oorlog in Vietnam als tegen de
oorlogsindustrie in eigen land protesteert, illustreert hoe sterk de
derdewereld- en de vredesproblematiek begin jaren 1970 verknoopt zijn en door
grotendeels dezelfde organisaties gethematiseerd worden. ‘Ontwapenen om te
ontwikkelen’ is in die periode niet voor niets de baseline van Oxfam-België.
‘Oxfam-Wereldwinkels lijkt veel meer op een vredes- dan op een
derdewereldorganisatie’, poneert politicoloog en socioloog Stefaan Walgrave.
‘Dat is volkomen in overeenstemming met haar statuten. Daarin is geen sprake
van een specifieke gerichtheid op de derde wereld.’
Walgrave heeft er een
verklaring voor: ‘Oxfam-Wereldwinkels maakte volop deel uit van de
anti-imperialistische stroming in de derdewereldbeweging.’ Die stroming heeft
haar wortels in de studentencontestatie van de jaren 1960 en 1970. Meer dan
andere nieuwe sociale bewegingen zoals de milieu- en de vredesbeweging komt de
derdewereldbeweging in Vlaanderen rechtstreeks uit deze contestatiegolf voort.
Tot en met haar naam, die ze dankt aan de Derde Wereld Beweging die
radicaal-linkse studenten in 1968
in Leuven oprichtten.
Vóór 1968 is de aandacht
voor de derde wereld het voorrecht van de katholieke kerk en organisaties als
het Rode Kruis. Toch zijn er ook al typische ontwikkelingsorganisaties actief,
zoals Broederlijk Delen (ontstaan in 1961), Oxfam-België (1964) en SOS-Honger
(1964, de voorloper van het Nationaal Centrum voor Ontwikkelingssamenwerking dat
in 1966 tot stand kwam en sinds 2000 11.11.11 heet).
Het is allemaal nogal
katholiek en/of te caritatief, oordelen de studenten tegen het einde van de
jaren 1960. Een hele reeks kleinere, radicale groeperingen begint te wijzen op
het verband tussen de onderontwikkeling in de derde wereld en het kapitalisme
van het rijke Westen. Ze richten eigen organisaties op, zoals de Derde Wereld
Beweging in Leuven. Of ze slagen erin bestaande organisaties zoals Broederlijk
Delen en NCOS te radicaliseren. Ook Oxfam-België krijgt in de jaren 1970 een
radicaler, politiek karakter onder impuls van Antoine Allard, Pierre Galand en
de eerste wereldwinkeliers. Die anti-imperialistische derdewereldbeweging kent
een eerste piekmoment met de acties tegen de Amerikaanse interventie in
Vietnam.
Met het vorderen van
de jaren 1970 krijgt de vredesthematiek een ander gezicht: protest tegen
kernraketten. Stilaan loopt Oxfam-Wereldwinkels warm voor de glorieperiode die ze
in de eerste helft van de jaren 1980 beleeft… als vredesorganisatie.
Reacties