1.
Ik drink koffie bij de Roemeense zusjes Carmen en Liliana en lees in ‘De helaasheid der dingen’ van Dimitri Verhulst het verhaal ‘Alleen de allenen’. De vreemde titel is een vertaling van ‘Only the lonely’, een hit van de zanger-met-de-zonnebril die de hoofdfiguur van het verhaal tot tranen toe beweegt. En raad eens wie daar zingt? Neen, niet Meneer Zonnebril. Wel Bruce Springsteen:
Roy Orbison’s singing for the lonely
Hey, that’s me and I want you only
2.
K is een nachtdichter. Hoog op zijn berg, in een huis vol kunst, knikkert hij als “a fool on the hill” met klanken en klinkers tot het klettert, en zoekt hij Vlaamse letters voor verzen die hem uit alle windstreken komen aanwaaien. Af en toe laat hij me verzen van de wind ontdekken.
Dit bijvoorbeeld:
We zijn als in de herfst
aan de bomen de bladeren
Elf woorden, één gedicht. ‘Soldaten’ heet het, en de dichter is Ungaretti.
3.
‘Lopen voor je leven’ van Els Beerten lijkt me een geschikt boek om te lezen op een atletiekstage. Niet dat iemand op de titel let. Het is al voldoende een boek op de tafel te leggen om in de kijker te lopen, daar in het sporthotel te midden van Kempense zandgrondbossen. Ik lees het boek al wandelend, de wind slaat me met alle kleuren van de herfstbladeren om de oren. Met elke zin die ik uitveeg, voegt zich een gedachte in mijn hoofd en zit ik een kwarteeuw terug in de tijd, met vrienden die ik verloren heb gelegd, of met klasgenoten die op overlijdensberichten aan de deur van Begrafenisondernemer Heregodts worden beweend en om hun seksuele appetijt door hun papa werden uitgespuwd.
Het verdriet van een vader, terecht of niet, maar ik herken het, en dat ik me dat nu herinner, ginds in de stille Kempen. Een klasgenoot is ‘gegaan’. Het lijstje met klasgenoten die voortleven in hemel of hel, of iets daartussen of daarbuiten, is al enkele jaren niet meer blank.
En dan worden in mijn hoofd al die gedachten weggewalst door die ene dreun, “You better run for your life if you can little girl”. Maar waar zou je met mij naartoe lopen, kleine meid? Naar Parijs of de Ardennen? Of helemaal naar een yurt in een uithoek van Mongolië waar het des nachts min veertig vriest en de steppewind zowel het paardenhoefgetrappel als de zeldzame boomnaalden bijeenblaast tot een hoopje wijdsheid?
4.
Ze toont me een schitterende foto van de hulpeloos in een lens blikkende schrijver JMH Berckmans. Enkel een fotograaf van de hond zijn botten maakt van zo’n bangelijke ogen in zulke smekende oogkassen, en van zo’n door drank en drugs uitgezette oren om beter het luiden van de zandklokjes te kunnen horen géén schitterende foto.
“Het gaat niet goed met JMH Berckmans”, leest ze voor. “Drankverslaving. Verwoeste lichaam. Psychische aandoening. Nauwelijks te organiseren leven. Onmacht. Leegte. Een bijzonder fragmentarische mantra van ellende. De puinhoop waarin de wereld zich bevindt.”
Ooit heb ik een boek van dit in faecaliën wroetend drankorgel gelezen. Nu zijn er wel meer schrijvers van wie ik me gedwongen heb één boek te lezen, kwestie van te vatten waarover de literaire bijlagen in kranten zich vrolijk maken. Maar ‘Café De Raaf nog steeds gesloten’ heb ik zowaar met enige genoegdoening achter de kiezen gepropt. Over de taal schreef hij. Dat ze “poedelnaakt” is.
En afgekluifd en ontvleesd tot op het bot. Dan zindert en zingt de taal. Haar oratorium voor knetterende schedels. Haar heidense litanie. Haar extatische hooglied.
“Je kunt geen twintig zijn op suikerheuvel.” Ze vindt de titel van zijn jongste roman fascinerend. Ik weet dat het een vertaling is. Een breekbaar lied van de zanger, worstelend met kaap-30.
Oh, to live on Sugar Mountain
with the barkers and the colored balloons.
You can't be twenty on Sugar Mountain.
Though you're thinking that
you're leaving there too soon.
You're leaving there too soon.
Ik drink koffie bij de Roemeense zusjes Carmen en Liliana en lees in ‘De helaasheid der dingen’ van Dimitri Verhulst het verhaal ‘Alleen de allenen’. De vreemde titel is een vertaling van ‘Only the lonely’, een hit van de zanger-met-de-zonnebril die de hoofdfiguur van het verhaal tot tranen toe beweegt. En raad eens wie daar zingt? Neen, niet Meneer Zonnebril. Wel Bruce Springsteen:
Roy Orbison’s singing for the lonely
Hey, that’s me and I want you only
2.
K is een nachtdichter. Hoog op zijn berg, in een huis vol kunst, knikkert hij als “a fool on the hill” met klanken en klinkers tot het klettert, en zoekt hij Vlaamse letters voor verzen die hem uit alle windstreken komen aanwaaien. Af en toe laat hij me verzen van de wind ontdekken.
Dit bijvoorbeeld:
We zijn als in de herfst
aan de bomen de bladeren
Elf woorden, één gedicht. ‘Soldaten’ heet het, en de dichter is Ungaretti.
3.
‘Lopen voor je leven’ van Els Beerten lijkt me een geschikt boek om te lezen op een atletiekstage. Niet dat iemand op de titel let. Het is al voldoende een boek op de tafel te leggen om in de kijker te lopen, daar in het sporthotel te midden van Kempense zandgrondbossen. Ik lees het boek al wandelend, de wind slaat me met alle kleuren van de herfstbladeren om de oren. Met elke zin die ik uitveeg, voegt zich een gedachte in mijn hoofd en zit ik een kwarteeuw terug in de tijd, met vrienden die ik verloren heb gelegd, of met klasgenoten die op overlijdensberichten aan de deur van Begrafenisondernemer Heregodts worden beweend en om hun seksuele appetijt door hun papa werden uitgespuwd.
Het verdriet van een vader, terecht of niet, maar ik herken het, en dat ik me dat nu herinner, ginds in de stille Kempen. Een klasgenoot is ‘gegaan’. Het lijstje met klasgenoten die voortleven in hemel of hel, of iets daartussen of daarbuiten, is al enkele jaren niet meer blank.
En dan worden in mijn hoofd al die gedachten weggewalst door die ene dreun, “You better run for your life if you can little girl”. Maar waar zou je met mij naartoe lopen, kleine meid? Naar Parijs of de Ardennen? Of helemaal naar een yurt in een uithoek van Mongolië waar het des nachts min veertig vriest en de steppewind zowel het paardenhoefgetrappel als de zeldzame boomnaalden bijeenblaast tot een hoopje wijdsheid?
4.
Ze toont me een schitterende foto van de hulpeloos in een lens blikkende schrijver JMH Berckmans. Enkel een fotograaf van de hond zijn botten maakt van zo’n bangelijke ogen in zulke smekende oogkassen, en van zo’n door drank en drugs uitgezette oren om beter het luiden van de zandklokjes te kunnen horen géén schitterende foto.
“Het gaat niet goed met JMH Berckmans”, leest ze voor. “Drankverslaving. Verwoeste lichaam. Psychische aandoening. Nauwelijks te organiseren leven. Onmacht. Leegte. Een bijzonder fragmentarische mantra van ellende. De puinhoop waarin de wereld zich bevindt.”
Ooit heb ik een boek van dit in faecaliën wroetend drankorgel gelezen. Nu zijn er wel meer schrijvers van wie ik me gedwongen heb één boek te lezen, kwestie van te vatten waarover de literaire bijlagen in kranten zich vrolijk maken. Maar ‘Café De Raaf nog steeds gesloten’ heb ik zowaar met enige genoegdoening achter de kiezen gepropt. Over de taal schreef hij. Dat ze “poedelnaakt” is.
En afgekluifd en ontvleesd tot op het bot. Dan zindert en zingt de taal. Haar oratorium voor knetterende schedels. Haar heidense litanie. Haar extatische hooglied.
“Je kunt geen twintig zijn op suikerheuvel.” Ze vindt de titel van zijn jongste roman fascinerend. Ik weet dat het een vertaling is. Een breekbaar lied van de zanger, worstelend met kaap-30.
Oh, to live on Sugar Mountain
with the barkers and the colored balloons.
You can't be twenty on Sugar Mountain.
Though you're thinking that
you're leaving there too soon.
You're leaving there too soon.
Reacties