Er is geen curieuzere wereld om in rond te zwerven dan die van de boeken. Er is geen plek die mijn hoofd voller en mijn gemoed weker maakt dan de literatuur. Er zijn geen schonere letteren dan tweedehandse afgevoerde. Er is geen boomhut naar waar ik gretiger zou verhuizen dan een die op rekken en planken vol woorden en zinnen is gebouwd. Er is geen verleidelijker zolderkamertje dan dat waar ze Beckett en Robberechts, Calvino en Van Heulendonck, Theunisse en Gevers, Huet en Dongala, Dorfman en Buddingh’, Westindische sprookjes en ‘Het uur nul’, Hermans en de Westhoekbroers, Sassoon en Kipling, Barnard en Dewulf op twee stapeltjes voor me hebben klaargelegd.
Reacties