De boekenbewaarplaats in het prutsstadje houdt “uitverkoop van afgevoerde boeken”.
Eendjes kan je voeren. Een werk kan je uitvoeren. In het prutsstadje inspireert de lente tot werken in uitvoering, zoveel en in zoveel verschillende wijken dat ik het gevoel heb op een bouwwerf te wonen. Er is al een gat in de markt. En als volgende week de Koers is gepasseerd, worden er ook gaten in buitenwijken geslagen, zodat mijn literaire vriendin in een onbereikbaar hinterland dreigt te belanden.
Boeken kan je dus afvoeren. Maar ik zal niet binnengaan. Ik ga niet graaien in bananendozen waarin boeken als sardienen in een blik worden samengeperst. Neen, genoeg boeken in mijn kast die uitnodigen om gelezen te worden. Waarom zou ik een boek kopen dat ik al zo vaak voorbij ben gestruind zonder het uit de rekken te plukken?
Waarom zou ik geld uitgeven aan een afgevoerd boek, terwijl er duizenden niet-afgevoerde gratis naar me knipogen?
Reacties