Het beste wat we hebben - Griet Op De Beeck / Recensie: Yoline Van De Keere




Als je na het lezen achterblijft met gevoelens die je niet (direct) kan verwoorden of bevatten… Is dat het teken van een slecht, of net een zeer goed boek?

Griet kaart een thema aan dat tegelijk zeer vaak en amper in de media verschijnt. Zoals ze ook in het boek schrijft, publiceren de media dergelijke verhalen rond beroemdheden of invloedrijke personen voor even tot ze hun nieuwswaarde of aantal kliks verliezen, dan wordt het weer stil. Ook de me-too-beweging is zijn krachtige stem al verloren. Eerst door alle verhalen die tegelijk de wereld overvielen, nu door een zwijgende stilstand. Wat in de doofpot steekt, lijkt vaak (algemeen) geweten.

Het getuigt van moed dat Griet dit boek geschreven heeft. Het zet een sterk beeld neer, een beeld dat niet enkel aan seksueel misbruik kan gelinkt worden, maar aan elk misbruik waar kinderen, jongeren en zelfs volwassenen mee in contact komen. Hoe we het verleden al dan niet – en vaker niet dan wel – bewust meeslepen. Hoe we zonder het te beseffen, zonder er aandacht aan te schenken geheimen bewaren en gevoelens verdringen omdat het niet gehoord mag worden of omdat niemand luistert. Hoe we vanzelfsprekendheid en gewoonte vaak verkiezen boven twijfelen en stilstaan. Misschien omdat we bang zijn voor het onbekende, dat het gras niet groener zal zijn aan de overkant, of net omdat we weten dat er geen kantklare antwoorden te vinden zijn.

Dat ik parels van beelden heb gelezen, hoeft geen verrassing te zijn voor diegenen die bekend zijn met haar vorige werken. Al bestaan sommige beelden uit één enkele samengestelde ellenlange zin die je dan meermaals moet lezen om het woordje ‘viel’ te vinden: « Toen ze veertig minuten later op hun rug lagen, starend naar het plafond, verspreid over het bed als de twee laatste mikadostokjes van het spel, en zij haar voeten nonchalant op zijn been legde, voelde het alsof het balletje van de roulette op het getal viel waar hij al zijn geld op had ingezet. »
Griet heeft een zeer herkenbare stijl met typerende dialogen, al vind ik die niet per se haar sterkste kant. Ze zet mensen op het toneel in plaats van personages waarvan de onderlinge relaties zo beklijvend, zo sterk, zo levensecht lijken, dat ik het Griet niet kwalijk neem dat ik de stem en manier van praten niet altijd aan het (juiste) personage kon linken. En ook al kreeg ik het na een tijdje op mijn heupen van Lucas’ twijfels en onbeslistheid, het boek zou hetzelfde niet zijn zonder.

En terwijl ik reikhalzend uitkijk naar het volgende deel van de trilogie, heb ik toch ook een appeltje te schillen met Griet. Als bewuste en weloverwogen vegetariër wil ik toch even zeggen – in de hoop dat dit het misverstand voor eens en altijd uit de wereld kan helpen – een (lacto-ovo-)vegetariër eet geen vis, noch vlees én neen, ook geen insecten. Lucas is een pescotariër. En al ben ik zelf geen voorstaander van kottekes, we noemen een stoel ook geen tafel. 

Reacties

Podcast Het Academisch Kwartier

Luisterboeken Podcast

Podcast Mysterieus België