Ardeens Dagboek: Remouchamps (2) - door Ben Schokkaert

Dorpjes als Remouchamps houden geen winterslaap, ze zijn voorgoed ingedommeld. Af en toe trekt de slaapkop één ooglid naar omhoog om afkeurend neer te blikken op een bus die lawaaierige schoolreiskinderen naar ‘Merveille des merveilles’ aanvoert. Tussen 1 juli en 31 augustus trekt soms een toeristenrilling door de plooien van het dorp.


Maar er is wel een restaurant.





‘Normandie’ (Cuisine française / Franse keuken) is voorzien op 80 mensen, reken ik vlug uit, gesandwiched aan mijn tafeltje tussen een Hollands koppel op jaren dat enkel een dagsoep zal verorberen en een jong koppeltje autochtonen  - de man heeft een  paardenstaart en een tatoeage op zijn onderarm, zo groot als een onderaardse zaal van ‘Merveille des merveilles’, de vrouw een kaalgeschoren schedel en een lippiercing.


Ik kies het menu van 22 euro, de betere middelmaat in de rubriek ‘toeristenvoer’. De kervelsoep. De twee garnaalkroketten met één blaadje sla en een keurig in schijfjes verpulverde tomaat, plus een stevige schep cocktailsaus. De twee kalkoenstukken ‘au poivre vert’, die vooral bruin oogt, vergezeld van dikke frieten. Het stukje ijstaart, voorverpakt en nog niet integraal ontdooid. De patron zet het mij allemaal even beleefd, hoffelijk en afstandelijk voor. In ijltempo: in minder dan een uur heb ik mijn 22 euro opgesoupeerd. De kwartliter ‘vin du patron’ kan het tempo amper volgen.





Ernaast, in ‘Café Fuli’, zit al wie er niet toe doet uit te zuipen. Ik koester enig wantrouwen jegens cafés waar Elvis Presley tussen wachtende glazen Pale-Ale en porseleinen beeldjes van witte poedels zijn tandpastatanden bloot lacht, waar de bazin geen enkele tournée generale aan haar lippen laat voorbijgaan (en waar alle rondjes per definitie algemeen zijn) en waar vrouwen met roodgeverfde haren en onthaarde benen in lederen kortrokken op ronddraaiende barkrukken aan lange sigaretten trekken.


Eén van die vrouwen vertelt aan al wie niet horen wil dat ze vandaag “des épinards” heeft gemaakt. Spinazie zoals haar mama, en die haar mama, en alle nog eerdere mama’s in haar familie dat hadden gedaan: “Met pissebedden. Incroyable, mais vrai. Très délicieux.” Mij onderhoudt ze met de bereiding van rode kool, witloof en saucisse. Een rare combinatie, maar ik moet haar geloven op de zielekookselen van haar grootmoeder zaliger: eveneens “verrassend lekker”.


Ze verdwijnt achter de toog, Miss Pissebed, en keert terug met de lege weckpot waarin de spinazie heeft gewacht om gegeten te worden. Als ze die onder mijn neus schuift, zie ik dat ze achter de toog haar beha heeft losgeknipt. Ik besluit dat het tijd wordt om mijn trappist leeg te drinken.

Reacties

Podcast Het Academisch Kwartier

Luisterboeken Podcast

Podcast Mysterieus België